

Vol verwondering kijk ik naar het hondenwezen dat uitgestrekt in het gras voor me ligt te kwispelen, met haar naar voren gerichte oren, open mond en vrolijke mimiek. Het is niet alleen het voorjaarszonnetje dat me verwarmt, als ze me indringend aankijkt met haar donkerbruine kijkers en opgewonden naar me blaft. Ze kwispelt nog eens flink, terwijl ze afwisselend van mij naar de bal kijkt, die prominent tussen de voorpoten van haar hondenmaatje gepositioneerd ligt. Het is me overduidelijk wat ze voelt en wil, maar onwillekeurig moet ik lachen om het tafereel en stel mijn reactie nog even uit.
Van binnen voel ik dat mijn hond me duidelijk probeert te maken dat ze jaloers is op haar maatje en ook graag een bal wil om mee te spelen, maar ondertussen dwalen mijn gedachten af naar onze nieuwe buren:
Pas verhuisd vanuit Frankrijk met weinig kennis van de Nederlandse taal. Ik denk terug aan de talige pogingen van hun 4-jarige zoontje om mee te spelen met de lokale buurtkinderen en als in een film zie ik opnieuw de vragende gezichten van de andere kinderen voor me. Ze hadden werkelijk geen idee wat hij bedoelde met zijn Franse gebrabbel. Net voordat de situatie frustrerend werd voor het jongetje, verraden de emoties op zijn gezicht zijn intenties en begint het bij de andere kinderen ook te dagen: hij wil meespelen! Mooi, hoe emoties op een universele manier onze verlangens weerspiegelen.
Een felle blaf brengt me terug naar het hier-en-nu op het veld en lachend geef ik haar mijn reservebal. Ze springt op, rent met haar nieuwverworven bal in d’r bek en trots opgeheven staart de horizon tegemoet.
Hondenliefhebbers over de hele wereld lijken in hun hart te weten dat hun trouwe viervoeters over primaire emoties beschikken als angst en boosheid, en zien de meesten het ook wel dat zij vrolijkheid en verdriet ervaren. We hebben geen gesproken taal nodig om elkaar te begrijpen. Is het niet des te treuriger dat er in sommige hondenscholen nog volop gebruik gemaakt wordt van aversieve middelen om ongewenst gedrag te veranderen? Horend doof en stekeblind voor de gevoelswereld van de hond wordt er veelvuldig gebruik gemaakt van prikbanden, slipkettingen en andersoortige fysieke straf. De honderden jaren oude opvatting van René Decartes, dat dieren mechanische wezens zonder ziel zouden zijn, lijkt - ondanks verwoede pogingen van verschillende wetenschappers om het tegendeel te bewijzen - helaas in veel hoofden nog altijd even hardnekkig aanwezig. Hoe komt het toch dat we zo geprogrammeerd lijken te zijn om menselijke emoties bij elkaar te herkennen, maar dit op grote schaal niet toepassen op onze (huis-)dieren?

Hoofdschuddend kijk ik haar na. Hoewel ik me er terdege van bewust ben dat 2 verschillende diersoorten elkaar lang niet altijd even goed zullen kunnen begrijpen, beloof ik haar op dat moment in stilte altijd mijn stinkende best te zullen blijven doen om haar een stem te geven.
Aan onderzoek geen gebrek
Vooruitstrevende wetenschappers zoals de bijna verguisde primatoloog Frans de Waal, de antropologe, en biologe Jane Goodall (fervent voorvechtster van het Antropomorfisme) en niet te vergeten de goedlachse neurowetenschapper Jaak Panksepp, toonden waarneembaar aan dat alle zoogdieren primaire emoties bewust ervaren en voelen. Jaak Panksepp maakte ons op niet mis te verstane en humoristische wijze bekend met de 7 aanwezige emotionele systemen: CARE (liefdevolle zorgzaamheid), LUST (seksuele gevoelens), PANIC/GRIEF (paniek/rouw), RAGE (woede), FEAR (angst), PLAY (spel) en SEEKING (verlangen), die hij door overeenkomende hersenstructuren in het oudste gedeelte van het brein van zoogdieren kon ontdekken. In dit gebied, het limbisch systeem, zetelen o.a. de instincten en emoties, van waaruit we reageren zonder hier sturing over te hebben. Het is vooral bezig met de overleving van het dier.
Secundaire emoties
Naast primaire emoties zijn er bij mensen ook secundaire emoties aangetoond, zoals jaloezie. Secundaire emoties vloeien echter voornamelijk voort uit ons bewustzijn, onze gedachten en onze overtuigingen. Alle negatieve en positieve ervaringen en indrukken uit ons leven vormen de basis die ons vertelt wie we zijn, hoe we ons voelen, hoe we kijken naar de wereld en hoe we reageren op situaties. Steeds zijn we bezig om ons eigen levensverhaal te herschrijven onder invloed van alle indrukken en ervaringen. Als wij emoties zo ervaren en de hersenstructuren van alle zoogdieren komen grotendeels overeen, wat zegt dit dan over het zelfbewustzijn van dieren en hun emoties?
Het ontstaan van jaloezie
Het ervaren van jaloezie zou bij mensen via evolutionaire bouwstenen in de hersenen (het gedeelte bovenop het oerbrein) zijn ontstaan om de voor ons waardevolle sociale banden te beschermen die ons emotionele (of materiele) voordelen op kunnen leveren (1) Wij kunnen ons ook jaloers voelen als we ons slechts iets inbeelden (2-3). Doordat we ons bewust zijn van onszelf en wat belangrijk voor ons is, kunnen we ook beredeneren dat er een – al dan niet reële - bedreiging aanwezig is ten aanzien van onze sociale banden of materiele eigendommen en daarnaar handelen (7). Tot voor kort werd aangenomen dat deze eigenschap strikt menselijk was (4, 5, 6). Toch gloort er - dankzij onderzoekers van de University van Auckland - hoop aan de horizon.
Onderzoek naar jaloezie
Deze wetenschappers wilden weten of honden zich net zo gedragen als mensen wanneer zij jaloers zijn. Uit eerdere onderzoeken (8) is gebleken dat het meest consistente gedrag dat mensen vertonen bij jaloezie, blijkt toenaderingsgedrag te zijn en dat gegeven werd in het onderzoek bij honden gemeten.
De onderzoekers voorspelden dat honden die jaloezie ervoeren meer toenaderingsgedrag zouden vertonen en dus harder aan de lijn zouden trekken bij het zien van hun eigenaren in interactie met een nephond met vacht (achter een schot), dan bij een levenloos voorwerp. Om deze hypothese te staven, werden een aantal voorwaarden gehanteerd.
- Jaloers gedrag mag alleen naar voren komen wanneer de relatie van een hond met zijn eigenaar wordt bedreigd door een sociale rivaal, in plaats van wanneer de eigenaar communiceert met een niet-sociaal object;
- Gedrag zou bij honden specifiek moeten ontstaan als gevolg van de interactie van de eigenaar met een sociale rivaal, in plaats van de loutere aanwezigheid van de eigenaar en een hond met wie de eigenaar geen interactie heeft
- Jaloers gedrag moet ontstaan, zelfs wanneer de interactie tussen de eigenaar van de hond en de rivaal mentaal moet worden verbeeld door de hond, in plaats van alleen wanneer de interactie direct zichtbaar is
De honden moesten natuurlijk zelf ook voldoen aan een aantal criteria:
- minimaal 6 maanden in het huishouden van de eigenaar waren geweest (zodat er zekerheid was van binding tussen hond en eigenaar);
- niet agressief waren jegens andere honden (zodat er zekerheid was dat de honden niet uit agressie toenaderingsgedrag vertoonden);
- thuis nog nooit grote, realistisch ogende nephonden had gezien (zodat zeker was dat ze de hond als levend wezen zouden interpreteren);
- geen tekenen van ongemak vertoonden wanneer zij door een onderzoeker aan een vastgebonden riem waren bevestigd.
De opzet was simpel: 18 proefhonden werden om beurten via een trekkrachtmeter aan hun leiband aan een muur gebonden, terwijl zij moesten toekijken hoe hun eigenaren op 5 meter afstand sociale aandacht gaven aan:
a) een levenloos voorwerp (cilinder met vacht);
b) een nephond met vacht;
c) een nephond met vacht die achter een schot gepositioneerd stond.
Resultaat van het onderzoek
In het Clever Canine Lab van de University van Auckland werd die dag niemand teleurgesteld. Ze konden ten eerste bewijzen dat het toenaderingsgedrag ontstond als reactie op een sociale partner die een sociale rivaal verzorgde, maar niet als reactie op een niet-sociaal object. In de situatie waarbij de hond werd blootgesteld aan de interactie tussen de eigenaar en het levenloze object, werd een gemiddelde trekkracht van 73.51 N gemeten. In de situatie waarbij de eigenaar aandacht gaf aan de nephond, werd een trekkracht gemeten van maar liefst 158.03 N. Daarbij konden zij bewijzen dat hoewel een van de interacties buiten het zichtveld van de honden (de nephond stond immers achter het schot) plaatsvond, deze honden alsnog met meer trekkracht en dus jaloezie reageerden - dit laatste suggereert dat de honden een levendige fantasie hebben!
Emoties in de praktijk
Vera Helleman omschreef in haar Emotie encyclopedie dat Jaloezie je vooral vertelt dat dat hetgeen is waar jij naar verlangt, en het erg belangrijk is voor jou. Dit gegeven geldt eigenlijk voor al onze emoties, als je je er maar voor open stelt en ernaar handelt, want emoties hebben een uitlaatklep nodig. Boosheid verdwijnt tenslotte ook niet als iemand ons tegenhoudt hiernaar te handelen, de kans is juist groter dat onze boosheid toeneemt. Hoeveel rekening wordt er gehouden met de emoties van die honden waarbij een anti-blafband wordt ingezet? Het oorspronkelijke gevoel blijft aanwezig, dus de emotie zal zich hoe dan ook alsnog manifesteren, hetzij in gedrag of in de vorm van ziekte.
Meewarig denk ik aan de honden die onbegrepen en ongezien wegkwijnen met het stempel 'dominant' en ter plekke neem ik me voor zoveel mogelijk mensen bewust te maken over het rijke innerlijke gevoelsleven dat alle zoogdieren ervaren.
Hoop
Het onderzoek van de University of Auckland geeft opnieuw een impuls aan het hoopvolle gevoel op een mooiere toekomst. Een toekomst die oog heeft voor de emoties en het welzijn van alle dieren, honden in het bijzonder. Maar het knagende gevoel dat we nog een lange weg te gaan hebben, kan ik moeilijk van me afschudden als ik weer eens iemand zie lopen met een hond aan een slipketting.
- Iris Tesselaar, Hond en Emoties
Bronnen:
1. Morris, P. H., Doe, C., Godsell, E. (2008). Secondary emotions in non-primate species? Behavioural reports and subjective claims by animal owners. Cognition & Emotion, 22(1), 3–20. https://doi.org/10.1080/02699930701273716 Google Scholar 2. White, G. L. (1991). Self, relationship, friends, and family: Some applications of systems theory to romantic jealousy. In Salovey, P. (Ed.), The psychology of jealousy and envy (pp. 231–251). Guilford Press. Google Scholar 3. Leary, M. R. (2003). The self and emotion: The role of self-reflection in the generation and regulation of affective experience. In Davidson, R. J., Scherer, K. R., Goldsmith, H. H. (Eds.), Handbook of affective sciences (pp. 773–786). Oxford University Press. 4. Lewis, M. (2002). Early emotional development. In Slater, A., Lewis, M. (Eds.), Introduction to infant development (pp. 192–209). Oxford University Press. Google Scholar 5. Lewis, M. (2010). Loss, protest, and emotional development. In Hart, S. L., Legerstee, M. (Eds.), Handbook of jealousy (pp. 27–39). Wiley-Blackwell. https://doi.org/10.1002/9781444323542.ch2 Google Scholar 6. Lewis, M. (2000). Self-conscious emotions: Embarrassment, pride, shame, and guilt. In Lewis, M., Haviland-Jones, J. M. (Eds.), Handbook of emotions (pp. 623–636). Guilford Press. Google Scholar 7. Panksepp, J. (2005). Affective consciousness: Core emotional feelings in animals and humans. Consciousness and Cognition, 14(1), 30–80. https://doi.org/10.1016/j.concog.2004.10.004 Google Scholar 8. Ramachandran, V. S., Jalal, B. (2017). The evolutionary psychology of envy and jealousy. Frontiers in Psychology, 8, Article 1619. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2017.01619 Google Scholar 9. Panksepp, J. (2010). The evolutionary sources of jealousy. In Hart, S. L., Legerstee, M. (Eds.), Handbook of jealousy (pp. 101–120). Wiley-Blackwell. https://doi.org/10.1002/9781444323542.ch6 Google Scholar 10. Bastos APM, Neilands PD, Hassall RS, Lim BC, Taylor AH. Dogs Mentally Represent Jealousy-Inducing Social Interactions. Psychological Science. 2021;32(5):646-654. doi:10.1177/0956797620979149



CARE Verzorging
PLAY Spel
LUST Lust
FEAR Angst
GRIEF Paniek / Rouw
HATE Haat
PAIN Pijn en ongemak
RAGE Frustratie
SEEKING Verlangen

The archeology of mind
- Panksepp * Biven
How emotions are made
- Lisa Feldman Barrett
Molecules of emotions, why you feel the way you feel
- Candace B. Pert, Ph.D.
De biologie van de overtuiging
- Dr. Bruce H. Lipton
Dog Bites: A Multidisciplinary Perspective, 2017
- Daniel S. Mills
Emotie Enceclopedie
- Vera Helleman
De wereld van de Hond
- Alexandra Horowitz
Bronnen:
-
White, G. L. (1991). Self, relationship, friends, and family: Some applications of systems theory to romantic jealousy. In Salovey, P. (Ed.), The psychology of jealousy and envy (pp. 231–251). Guilford Press.
-
Leary, M. R. (2003). The self and emotion: The role of self-reflection in the generation and regulation of affective experience. In Davidson, R. J., Scherer, K. R., Goldsmith, H. H. (Eds.), Handbook of affective sciences (pp. 773–786). Oxford University Press.
-
Lewis, M. (2002). Early emotional development. In Slater, A., Lewis, M. (Eds.), Introduction to infant development (pp. 192–209). Oxford University Press.
-
Lewis, M. (2000). Self-conscious emotions: Embarrassment, pride, shame, and guilt. In Lewis, M., Haviland-Jones, J. M. (Eds.), Handbook of emotions (pp. 623–636). Guilford Press.
-
Panksepp, J. (2005). Affective consciousness: Core emotional feelings in animals and humans. Consciousness and Cognition, 14(1), 30–80. https://doi.org/10.1016/j.concog.2004.10.004
-
Panksepp, J. (2010). The evolutionary sources of jealousy. In Hart, S. L., Legerstee, M. (Eds.), Handbook of jealousy (pp. 101–120). Wiley-Blackwell. https://doi.org/10.1002/9781444323542.ch6
-
Ramachandran, V. S., Jalal, B. (2017). The evolutionary psychology of envy and jealousy. Frontiers in Psychology, 8, Article 1619. https://doi.org/10.3389/fpsyg.2017.01619
-
Lewis, M. (2010). Loss, protest, and emotional development. In Hart, S. L., Legerstee, M. (Eds.), Handbook of jealousy (pp. 27–39). Wiley-Blackwell. https://doi.org/10.1002/9781444323542.ch2
-
Morris, P. H., Doe, C., Godsell, E. (2008). Secondary emotions in non-primate species? Behavioural reports and subjective claims by animal owners. Cognition & Emotion, 22(1), 3–20. https://doi.org/10.1080/02699930701273716
-
Bastos APM, Neilands PD, Hassall RS, Lim BC, Taylor AH. Dogs Mentally Represent Jealousy-Inducing Social Interactions. Psychological Science. 2021;32(5):646-654. doi:1177/0956797620979149
-
Where Do We Stand in the Domestic Dog (Canis familiaris) Positive-Emotion Assessment: A State-of-the-Art Review and Future Directions