Welkom bij de 3e week!

Deze week focussen we op het herkennen en benutten van keuzepunten en drempelwaarden. Dat zijn de momenten waarop je hond nog kan kiezen om bij jou te blijven of om door te schieten in spanning. We kijken naar de lichaamstaal die je daarbij kunt observeren, zodat je beter leert inschatten wanneer je hond nog tot leren in staat is – en wanneer het tijd is om afstand te nemen. Heb je vragen? Dan weet je me te vinden!

Hondse gedragingen als uitlaatklep

Honden hebben behoefte aan activiteiten die spanning ontladen en die recht doen aan hun natuurlijke gedragingen. Als je hond de kans krijgt om te snuffelen, te graven, iets te zoeken of samen te spelen, helpt dat om spanning te reguleren. Dit voorkomt dat energie zich opstapelt en er sneller uitkomt in de vorm van uitval.

Snuffelspelletjes, zoekopdrachten of hersenwerkjes zijn niet alleen leuk, ze zijn ook essentieel voor emotionele balans. Ze helpen je hond spanning af te vloeien en brengen hem terug in een staat waarin leren weer mogelijk is. Samen bezig zijn met dit soort activiteiten versterkt bovendien jullie band. Je hond leert dat jij de bron bent van fijne, veilige ervaringen – precies wat je nodig hebt om tegenover moeilijke prikkels sterker te staan.

Genetisch geprogrammeerd

Inmiddels heb je geleerd dat jagen en speuren diepgewortelde instincten zijn die in je hond’s DNA zijn geprogrammeerd. Door deze instincten op een veilige en gecontroleerde manier te laten uiten, houd je je hond in balans en gelukkig. Het negeren of bestraffen van deze natuurlijke neigingen kan dan ook leiden tot frustratie en daarbij passende ontlading. 

Samen spelen en trainen versterkt de band tussen jou en je hond.
Door samen activiteiten te ondernemen die je hond gelukkig maken, creëer je een sterke, vertrouwensvolle relatie. Het plezier en de beloningen die gepaard gaan met deze activiteiten zorgen voor een positieve ervaring voor jullie beiden, wat er ook nog eens voor zorgt dat je hond graag bij je in de buurt verkeert, want daar volgt het grootste gedeelte van de beloningen. Wanneer je hond de kans krijgt om hondse gedragingen uit te voeren binnen een gestructureerde setting, zoals tijdens een training of spel, leert je hond ook wat wel en niet gepast is. 

 

Apporteren en speuren

Apporteerspelletjes


Voorbereiding

Kies een favoriet speeltje van je hond, zoals een bal of een ander apporteerspeeltje.


Uitvoering
Gooi het speelgoed en moedig je hond aan om het op te halen. Zodra je hond het speelgoed heeft opgepakt, roep je hond terug met je recall-cue (bijvoorbeeld “Kom!”) maar alleen als je zeker weet dat je hond ook daadwerkelijk terugkomt met het speeltje. Als dit nog niet het geval is, bouw dan op door middel van het gebruik van 2 dezelfde speeltjes. Gooi het ene speeltje, laat je hond het zoeken en zwaai met het 2e speeltje om de aandacht te trekken. Als je hond naar je kijkt gooi je het 2e speeltje de andere kant op en pak je het eerste speeltje op dat je hond (naar alle waarschijnlijkheid) laat vallen. 

Beloning
Beloon je hond rijkelijk zodra hij het speeltje terugbrengt. Dit versterkt de associatie tussen terugkomen naar jou en het ontvangen van een beloning.

Speurwerk

Voorbereiding
Verstop lekkers of een speeltje in huis of in de tuin. Begin met eenvoudige verstopplekjes en maak het geleidelijk moeilijker.


Uitvoering

Laat je hond het speurwerk beginnen door hem naar de verstopte traktatie of speeltje te laten zoeken. Vind je hond dit nog lastig? Laat je hond dan toekijken als je het lekkers verstopt, je kunt het dan later moeilijker maken door hem niet te laten kijken. 


Beloning

Beloon je hond zodra hij de traktatie of het speeltje heeft gevonden. Maak er samen een feestje van!

Zoeken, "vangen" en paraderen

Als wachten nog wat te lastig is, kun je het natuurlijk ook zo oplossen!

Besluipen, stalken en vangen

Benodigdheden
Favoriet speeltje (of voertjes)
Een rustige plek om te oefenen
Een lange lijn of een helper als dat nodig is

Besluipen/stalken en vangen

Stap 1
Beweeg het speeltje heel langzaam zodat je hond het speeltje volgt met de ogen. Zodra je hond dit doet, gooi je het speeltje naar je hond om te vangen.

Stap 2
Beweeg het speeltje heel langzaam terwijl je zelf ook heel langzaam achteruit loopt. Moedig je hond aan je te volgen. Zodra deze zich eveneens langzaam beweegt, gooi je direct het speeltje naar je hond toe. 

Timing
Gooi het speeltje precies op het moment dat je hond mooi sluipt.
Cue koppelen: Laat je hond 8 van de 10 keer het juiste gedrag zien? Dan kun je een cue aan het gedrag koppelen, zoals "sluipen". 

 

Moeilijkheid toevoegen

  • Laat je hond naar het speeltje kijken.

  • Zeg: "sluipen" en begin langzaam achteruit te lopen.

  • Zeg halverwege "wacht" (als je hond dat kent en bevries zelf ook), en laat je hond stil blijven terwijl jij stilstaat.

  • Beloon de rust door het speeltje daarna alsnog te gooien of je hond verder te laten sluipen.

Goede keuzes bevestigen en belonen

Als honden tijdens de wandeling iets interessant of spannend vinden, willen ze meer informatie op doen. Ze willen er (vaak) naartoe. Informatie verwerken kan door te kijken, te ruiken, te luisteren en tijd te krijgen iets te verwerken. Voor honden is het verkennen van hun omgeving een intrinsiek belonend proces.

De rol van spanning en emotie
Wanneer de prikkel te dichtbij is, kan de spanning te hoog oplopen of kan de emotionele reactie te intens zijn, waardoor je hond niet meer in staat is helder na te denken. In zo'n toestand, waarin stress en opwinding de overhand hebben, kan het moeilijk zijn om de aandacht van je hond te trekken of hem te sturen. Sommige hondenrassen, vooral die met een sterk ontwikkeld jachtinstinct, zijn sneller geneigd om direct op een prikkel af te stormen, terwijl andere rassen meer tijd nemen om te observeren. Het is belangrijk om te weten welke afstand jouw hond aan kan.


Afstand en drempelwaarde

De afstand tot de prikkel waarbij je hond nog kan leren, wordt bepaald door zijn drempelwaarde. Dit is het punt waarop je hond zich nog comfortabel genoeg voelt om op jouw aanwijzingen te reageren en nieuwe dingen te leren. De lichaamstaal van je hond geeft aan wanneer hij deze drempel nadert. De hieronder genoemde signalen geven aan dat je hond het keuzepunt heeft bereikt: het moment waarop hij nog redelijk helder kan nadenken, maar ook heel gemakkelijk over de drempel kan gaan naar een staat van overmatige opwinding of stress. 

Let op subtiele signalen

  • Even inhouden tijdens het lopen: Een korte pauze of vertraging in zijn bewegingen.
  • Verhoging (of soms verlaging) van de lichaamshouding: De hond maakt zichzelf groter (staart omhoog, borst naar voren) of juist kleiner (schouders naar beneden, staart laag). Hoe hoger de kop, hoe verder hert lichaam naar voren helt, hoe moeilijker je hond het heeft. 
  • Alert rondkijken: Een scherpe focus op de omgeving, waarbij de hond mogelijk veel (schokkerig) beweegt met zijn ogen of hoofd.
  • Neuslikken of andere mondbewegingen zoals het sluiten van de bek: Subtiele stresssignalen.
  • Aangespannen spieren en een gespannen lichaam: De hond staat strak, klaar om te reageren.
  • Staart omhoog (soms korte kwispel): Een verhoogde staat van alertheid.
  • Pootje liften: Een teken van onzekerheid óf concentratie bij de jacht.
  • Veranderde ademhaling: Sneller ademen of juist het inhouden van de adem.

Keuzepunt en sturen
Het moment waarop je hond even inhoudt of stopt met lopen, is vaak het punt waarop hij nog redelijk helder kan nadenken. Dit is een cruciaal moment om in te grijpen ("Yes!, belonen en meer afstand nemen). Als de afstand tot de prikkel kleiner wordt (bijvoorbeeld omdat de prikkel naar jullie toekomt), is het helemaal belangrijk dat jij de afstand vergroot door achteruit (of naar links of rechts) te bewegen. Dit voorkomt dat je hond te opgewonden raakt en zorgt ervoor dat hij in een toestand blijft waarin leren nog mogelijk is. Probeer hierbij je hond niet mee te trekken, maar beweeg uitnodigend naar achteren, gebruik de "touch" of een andere cue om je hond mee te krijgen. Lijndruk kan namelijk frustratie opwekken.

Het keuzepunt in de training

Op dit keuzepunt kun je je hond een keuze bieden: ga ik erheen, of richt ik mijn aandacht weer op mijn mens? Het is aan jou om je hond op dit moment te sturen en te belonen wanneer hij ervoor kiest om zijn aandacht op jou te richten in plaats van op de prikkel. Dit versterkt het gewenste gedrag en helpt je hond om in toekomstige situaties beter om te gaan met prikkels.

Let ook eens op of je ziet dat je hond juist wat meer gaat ontspannen, de staart komt wat omlaag, je hond gaat weer over tot normale ademhaling. Beloon dit moment en laat je hond rustig kijken naar de prikkel. Let goed op je lijnvoering; houd de riem slap (maar goed vast, uiteraard)!

Zodra je merkt dat je hond zich op de drempelwaarde bevindt (D), neem dan minstens vijf stappen terug naar een positie waar je hond nog kan leren en niet in een staat van overmatige opwinding of stress verkeert (T). Dit zorgt ervoor dat de hond in een comfortabele zone blijft waar hij nog helder kan nadenken en effectief kan trainen.

Losmaken van een prikkel

Uiteindelijk zul je zien dat je hond zich steeds makkelijker zal los kunnen maken van een prikkel. Tekenen dat je hond zich gaat losmaken is een kleine verschuiving van de heupen, een oortje naar jou richten, terwijl het lichaam nog op de prikkel gericht staat. Merk je die beweging op? Wacht dan nog heeel even of je hond zich uit zichzelf zich kan losmaken van de prikkel. En daarna natuurlijk een feestje bouwen.

Liplikken kan er ook op duiden dat je hond zich gaat losmaken van de prikkel > zie je dat? Meteen "Yes" en belonen!

Zakt de staart van je hond wat? Dan duidt dit vaak ook aan dat je hond kan blijven staan en kijken. Fijn als je dat de kans geeft. Zo leert je hond dat kijken prima is!

Ren samen naar achteren en vier een feestje. 

Praktijk 

Oefening: “Zie je dat?” 

Leren kijken zonder uitvallen

Kijken naar een prikkel is normaal hondengedrag. Het probleem ontstaat pas wanneer je hond zich vastbijt in wat hij ziet en voor jou niet meer bereikbaar is. Met deze oefening leer je je hond dat kijken prima is, maar dat hij daarna weer bij jou moet zijn.

We bouwen dit stapsgewijs op, zodat je hond leert om kalm te blijven en uiteindelijk zelfs ontspannen dichterbij een prikkel kan komen.

Stap 1 – “Zie je dat?”

Begin in huis, zodat de omgeving voorspelbaar is. Zet een onbekend object in de kamer (of houd iets achter je rug en tover het tevoorschijn).

  • Zodra je hond naar het object kijkt, markeer dit binnen 2 seconden met een “Yes!” of klik.

  • Beloon direct.

  • Herhaal dit ongeveer 10 keer.

Stap 2 Losmaken van de prikkel

Laat je hond opnieuw kijken.

  • Wacht maximaal 3 seconden tot je hond uit zichzelf weer naar jou kijkt.

  • Beloon dat moment uitbundig.

  • Kan je hond zich niet losmaken? Dan sta je te dichtbij. Neem meer afstand en ga terug naar stap 1.

Stap 3 Focus verschuiven

Herhaal de eerste stappen totdat je merkt dat je hond steeds sneller bij jou terugkomt. Het doel is dat jouw hond leert: “kijken mag, maar daarna kies ik voor mijn mens.”

Stap 4 De prikkel naderen

Als je hond zich steeds zelfstandig losmaakt, kun je rustig een stap dichterbij zetten.

  • Geef je hond de kans om in kalmte te kijken én daarna bij jou terug te komen.

  • Uiteindelijk kun je hem op deze manier gecontroleerd laten snuffelen of onderzoeken, zonder spanning.

Belangrijk om te onthouden

  • Beloon consequent iedere keer dat je hond zich losmaakt. Zo bouw je een verwachtingspatroon op.

  • Begin altijd in een prikkelarme omgeving (huis → tuin → straat).

  • Blijf op voldoende afstand zodat je hond ontspannen blijft.

Ups & downs horen erbij

Deze training vraagt tijd en herhaling. Verwacht niet dat elke dag beter gaat dan de vorige. Soms lukt het, soms niet en dat is normaal. Zie mindere dagen als een signaal dat je hond meer afstand of een eenvoudigere oefening nodig heeft. Morgen kan het er alweer heel anders uitzien.

Blijf van elkaar genieten. Iedere keer dat je hond kiest om jou te zoeken in plaats van te blijven hangen in een prikkel, is een bewonderingswaardige prestatie.

Oefening: Keuzepunt herkennen en terug stappen

Leren kijken zonder uitvallen

Doel: Leer je hond om zijn aandacht terug te richten op jou wanneer hij in een staat van verhoogde opwinding komt, zonder dat hij de prikkel benadert.

Voorbereiding
Zorg voor een rustige omgeving waar je kunt oefenen met een stimulus in de buurt (bijvoorbeeld een andere hond, fietser of wandelaar waar je hond geen moeite mee heeft). Je hebt een lange lijn nodig zodat je hond voldoende ruimte heeft om zijn keuzes te maken.

Uitvoering:

  1. Start met een rustige wandeling en observeer je hond voor subtiele signalen van opwinding (zoals inhouden, neuslikken, verhoogde alertheid/lichaamshouding).
  2. Zodra je hond de signalen vertoont, stop je en wacht je even om het keuzepunt te bereiken, waarbij je hond nog in staat is om een keuze te maken.
  3. Op dit moment maak je een stap achteruit (of naar links/rechts), zonder lijnspanning. Beweeg rustig en uitnodigend, gebruik je "touch"-cue of een andere positieve aanmoediging om je hond mee te krijgen. 
  4. Je kunt er ook voor kiezen het woordje "Yes!" in te zetten als extra hulp.
  5. Zodra je hond naar je toe komt, beloon je rijkelijk met je stem en lekkers. Dit versterkt het terugkomen naar jou.
  6. Herhaal de oefening meerdere keren en zorg ervoor dat je altijd minstens vijf stappen terugneemt naar een comfortabele positie, waar je hond weer ontspannen kan toekijken.

Beloning: De hond wordt beloond voor het maken van de juiste keuze (terug naar jou) en voor het behouden van ontspanning.


Deel 1

Bevestig wanneer je hond naar de trigger kijkt, maar (nog) niet in de achtervolging schiet. Beloon zodra hij zich weer van de prikkel afwendt.
Let bijvoorbeeld op subtiele signalen als een verhoging van de houding of gespannen spieren. Zie je dat gebeuren? Tijd om in te grijpen en je hond te belonen voor het behouden van rust.

Deel 2
Als je regelmatig hebt geoefend en merkt dat je hond zich makkelijker losmaakt, wacht dan iets langer: geef hem de kans om zélf de keuze te maken om zich naar jou toe te draaien. Zodra dat gebeurt: uitbundig belonen!
Let op signalen als een heup die iets verschuift, een tongel, oortjes die jouw kant op draaien of een staart die iets zakt. Dit zijn tekenen dat je hond ontspanning vindt en klaar is om de prikkel los te laten.

 

Snelheid

In de video hieronder kun je zien hoe razendsnel een keuzemoment voorbij kan gaan, zonder dat je het doorhebt. Het filmpje begint waar de hond eigenlijk al op het keuzemoment beland is geraakt, na 1 seconde zie je de hond voor de 2e keer grondsnuffelen en daarna gaat het "mis". Toch maakt de hond alsnog een prachtige keuze en keert terug, waar hij flink beloond wordt voor die keuze.

Laura en Chulo uit het filmpje volgen ook deze cursus.

Voor de volgende keer is de opdracht dan ook om deze hond af te remmen (druk geven op de riem zonder er aan te rukken) zodra hij aan de grond begint te snuffelen. Dan wachten tot hij zich omkeert en weer flink belonen. Voor dit type hond is het ook heel leuk om achter het lekkers aan te rennen, dus de beloning van de prikkel weg te gooien of gebruik te maken van een speeltje gemaakt van vacht.

Thuisopdrachten

Keuzepunten & lichaamstaal

Deze week draait om het leren herkennen van de signalen vlak voor spanning oploopt en je hond helpen de juiste keuzes te maken.

  • Noteer in je dagboek:

    • Welke subtiele signalen je zag voordat je hond wilde uitvallen (bijv. inhouden, staren, verhoogde houding, tongel).

    • Welke signalen je zag wanneer je hond zich juist losmaakte (heup verschuiven, zuchten, oortje draaien, staart zakt).

    • Op welke afstand van de prikkel dit gebeurde.

  • Oefen dagelijks 10 minuten met de oefeningen uit week 3 (bijvoorbeeld: “Zie je dat?”, keuzepunt herkennen en terugstappen).

  • Integreer korte zoek- of snuffelspelletjes in de dagelijkse routine van je hond om spanning af te bouwen.

  • Film je hond (of laat iemand dit doen) tijdens een wandeling. Het terugkijken vertraagd kan enorm helpen om signalen beter te zien.